De kloof tussen theorie en praktijk blijkt meestal groter te zijn in praktijk dan in theorie.
In gesprek met Michel Vellekoop “De kloof tussen theorie en praktijk blijkt meestal groter te zijn in praktijk dan in theorie.”
over de bollenstreek, handen uit de mouwen, Immanuel Kant, icoon Mark Davis en lang leven
Michel (52, prof. dr. ir.) is een veelzijdig en zeer gedreven wetenschapper die op vele fronten actief was en is. De opsomming van zijn posities en werkzaamheden hierna is daarom niet uitputtend, hij deed en doet nog veel meer….
Michel is sinds 2009 (Full) Professor Actuariële Wetenschappen & Financiële Wiskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Binnen de faculteit Economie en Bedrijfskunde leidde hij eerder de sectie Kwantitatieve Economie en nu de actuariële onderzoeksgroep, die zich bezig houdt met fundamenteel en toegepast onderzoek op het gebied van financieel-economisch risicomanagement. Tevens is hij lid van de managementteams van diverse initiatieven die hij opgericht of mede ontplooid heeft: de AEMAS (Amsterdam Executive Master Program in Actuarial Science), het RCLR (Research Centre for Longevity Risk) en het UvA Quants Career Event.
En voorts nog een greep uit zijn vele (eerdere) nevenfuncties: initiatiefnemer van de Netspar onderzoeksprojecten Retirement Provisions and Risk Management for Funded Pension Systems, lid van AMaMeF, het onderzoeksprogramma van de European Science Foundation op het gebied van Advanced Mathematical Methods in Finance, wetenschappelijk lid en vice-voorzitter van de Commissie Sterfteonderzoek van het Koninklijk Actuarieel Genootschap Nederland (CSO), en lid van de Commissie Parameters, die minister Schouten adviseerde over de modellen waarmee economische scenario’s gegenereerd worden voor het toezicht op Nederlandse pensioenfondsen.
Interview: Anno Bousema, partner Financial Assets Actuarial Executive Search.
Dit is het 20e interview in een reeks van 25 gesprekken met actuarieel professionals, die gepubliceerd worden op actuaris.nl en op LinkedIn.
De Plantage
We hebben voor de lunch afgesproken in café-restaurant de Plantage, een sfeervol monumentaal pand gelegen tussen oude platanen, nabij de dierentuin Artis in Amsterdam. Vanuit de unieke 19de-eeuwse houten serre -De Plantage is een parel van de stad Amsterdam- heb je een weids en groen uitzicht op het vrij toegankelijke Artisplein, waar een kolonie lepelaars het beeld bepaalt. Michel is komen lopen, de faculteit Economie aan de Roeterstraat ligt immers een steenworp afstand verwijderd. Hij blijkt in ons openhartige, interessante en deels ook filosofische gesprek een man van nuance, nuchterheid en relativering. Geen grote gebaren, Michel kiest zijn woorden zorgvuldig en weloverwogen, en straalt bescheidenheid uit: hij is ambitieus en best tevreden en trots op zijn mooie en indrukwekkende (mijn woorden) loopbaan, maar daarmee hoef je niet te koop te lopen. Dat heeft hij van huis uit meegekregen: besteed je energie en tijd aan betekenisvolle en serieuze activiteiten zoals onderzoek en onderwijs, het gaat niet om het uitdragen van je ego. “Maak mijn verhaal maar niet te bloemrijk …”, geeft hij me daarom mee, waarvan akte. Veel van onze persoonlijke ontwikkeling en karaktervorming begint in onze jeugd, in de zandbak in de tuin van ons ouderlijk huis. Bij Michel moeten we daarvoor terug naar de bollenstreek.
Bollen pellen
Michel is geboren in Haarlem en opgegroeid in Hillegom, midden in de bollenstreek. Hij is in het gezin de oudste van twee kinderen, zijn zus is 3 jaar jonger dan hij. “Ik was een serieus kind, behoefde niet op de voorgrond, keek graag de kat uit de boom, beschouwde de wereld om mij heen met verwondering.” Het leren op de lagere school ging hem super makkelijk af. Dat werd later op de middelbare school niet anders, ook op het gymnasium behaalde hij maximaal hoge cijfers. Er was geen druk, maar zijn ouders vonden wel dat hij het maximale uit zichzelf moest halen. Zij vonden het ook belangrijk dat hij de handen praktisch uit de mouwen stak. Zo bestierde hij als puber een krantenwijk voor de Duin- en Bollenstreek en pelde hij altijd samen met zijn kameraden bollen in de vakantieperiodes. “Dat was heel erg gezellig en verdiende goed”. Hij heeft nog steeds contact met hen en ook met een aantal andere bevriende klasgenoten van de middelbare school. De vriendengroep ziet elkaar regelmatig en maakt één keer per jaar een uitstapje, zo zijn ze onlangs naar Spanje geweest. Michel is vaak de organisator van dit soort korte trips en spreekt ook vaak af met de vrienden die hij leerde kennen op de universiteit en met oud-collega’s uit Twente. Hij geniet enorm van dit soort hechte banden en langdurige vriendschappen en investeert daarin.
Zijn voorliefde voor geschiedenis heeft Michel van zijn vader, die leraar geschiedenis en Frans was. Reizen en nieuwe werelden ontdekken vind hij onontbeerlijk want culturele interesse is hem met de paplepel ingegoten door zijn vader en moeder (zij was apothekers assistente). Dat hij als wetenschapper veel moet reizen vind hij extra leuk omdat hij graag nieuwe steden en musea bezoekt. Al als klein jongetje zat hij regelmatig op de nek van zijn vader terwijl die bij de vitrines van het Oudheidkundig Museum in Leiden over de Egyptenaren, Grieken en Romeinen vertelde. Zijn opa van moederskant heeft in Limburg als ingenieur in de mijnen gewerkt, ook diep onder de grond. “Dat was pas echt hard werken”, vertelde hij vaak aan de puber Michel, “maak er wat van!”. Ook zijn ouders stimuleerden hem en zijn zus (zij koos overigens voor een alfa-studie, werkt op het terrein van corporate communication) om verder te komen. Zij waren bescheiden en sociale mensen, die er daarom de nadruk op legden daarbij vooral ook altijd rekening met anderen te houden. Veel ambitie dus, maar ook maatschappij- en mensgericht. Hun zoon zal deze lijn voortzetten, zo zal blijken.
Descartes, Hume en Kant
Michel beleefde een fijne tijd op de middelbare school. Het leren ging hem namelijk makkelijk af, zodat hij veel tijd kon doorbrengen met zijn vriendengroep. Hoewel absoluut geen sportman, bekwaamde hij zich desondanks in judo en badminton, “Sporten hoort en nou eenmaal bij dus ook dat moet je proberen” vonden zijn ouders. Toen hij een keuze moest maken voor het vakkenpakket in de bovenbouw van het gymnasium koos hij -dat zal niemand verbazen- voor een bètapakket met Latijn en geschiedenis. Hij twijfelde later zelfs of hij geschiedenis zou gaan studeren, maar zag dat voor de toekomst toch meer als interesse en hobby. Zijn oom raadde hem aan om voor toegepaste wiskunde te kiezen. Michel maakte volmondig en overtuigd een keuze voor Twente, waar hij meer dan op de open dagen in Leiden, Eindhoven en Delft, een bijzonder goed georganiseerde en informatieve open dag beleefde. Omdat daar naast docenten vooral de studenten zelf over hun studie vertelden. Ook de duidelijke focus op toepassing in het curriculum van de studie toegepaste wiskunde in Twente sprak hem zeer aan. Hij verhuist van de vertrouwde bollenstreek naar het Twentse land en komt in een nieuwe en andere wereld terecht, ver van huis, opeens moet hij op eigen benen staan. Best spannend, maar hij heeft zich in Enschede vanaf dag 1 helemaal thuis gevoeld, een goede keuze dus. De eerste weken van zijn studie gingen moeizaam, want hij zat nu tussen allemaal super slimme medestudenten en moest opeens flink aan de bak. Hij paste zich echter snel aan, genoot intensief van het bruisende uitgaansleven in de studentenstad (ja ja, ook buiten Amsterdam kan dat) maar ook van alle nieuwe en interessante vakken binnen de studie toegepaste wiskunde, waarbij hij een sterke voorkeur ontwikkelde voor het vakgebied Kansrekening en Statistiek. Vooral de enthousiaste docenten van deze vakken stimuleerden en motiveerden hem. Hier ontstaan de roots van zijn latere focus op financiële wiskunde en gloort het actuariaat al aan de horizon. Naast de meer technisch-inhoudelijke vakken heeft ook filosofie een aantrekkingskracht op Michel. Hij volgt daarover een aantal interessante extra vakken. Vooral het gedachtengoed van de filosofen Descartes, Hume en bovenal de Duitse filosoof van de Verlichting Immanuel Kant spreekt hem bijzonder aan, die argumenteerde dat de mens de wereld in eerste instantie leert kennen door dingen en fenomenen in zijn leefomgeving te bekijken en te ervaren. Ons aangeboren menselijke verstand zorgt vervolgens voor een specifieke interpretatie van deze waargenomen werkelijkheid. Ook volgde hij aan de faculteit Informatica boeiende vakken over artificiële intelligentie, die in onze tijd een grote vlucht heeft genomen, maar toen nog in de kinderschoenen stond. Door het volgen van meerdere bijvakken loopt de studie flink uit, totdat de vader van Michel hem aanspoort om zijn studie nu toch maar eens af te ronden. Aldus geschiedde, overigens na een periode van een half jaar in Finland voor een stageproject aan een Zweedstalige universiteit, opnieuw een mooie ervaring, die hem leerde hoe geweldig het kan zijn om zelfstandig onderzoek te doen. Hij studeerde vervolgens af met zijn thesis ‘Adaptive Identification using Stochastic Approximation.’ Ik mag het van hem niet vermelden, maar vanzelfsprekend cum laude…
Een zonnige dag in The Old Smoke
Het was professor dr. A. Bagchi, zijn hoogleraar en supervisor tijdens zijn Masterstudie aan de Universiteit Twente, die hem aanraadde om te gaan promoveren, en dat in het buitenland te gaan doen. Zijn stimulerende oproep sprak Michel aan en zo reisde hij af om verschillende universiteiten aan te doen om de beoogde promotieplaats te verwerven. Zijn bezoek aan het Imperial College of Science, Technology and Medicine In Londen, en vooral het aangename gesprek met de sympathieke professor van het Centre for Process Systems Engineering, Mark Davis, maakte indruk. Mark Davis, hij overleed veel te jong in 2020, was een internationaal erkend wetenschapper en onderzoeker op het gebied van stochastische analyse, stochastische besturingssystemen en financiële wiskunde. Hij vormde door zijn innovatieve ideeën en uitstekende didactische vaardigheden een grote inspiratiebron voor verschillende generaties onderzoekers en praktijkmensen; zo ook voor Michel. Na zijn gesprek met Davis, gaat hij in het zonnige Hyde Park op een bankje zitten in afwachting van de uitslag van zijn sollicitatiegesprek. Het verlossende positieve bericht volgt met een bevestiging van zijn promotieplaats, en brengt zelfs bij de nuchtere Michel een gevoel van euforie en geluk teweeg. Nog steeds verpoost Michel als hij in Londen is even een tijdje op dat memorabele bankje in het monumentale park in Londen, dat vroeger trouwens het jachtgebied van koning Henri VIII was. Hier kreeg zijn wetenschappelijke toekomst een nieuwe wending en horizon. Van Hillegom via Enschede naar Londen. Michel heeft veel te danken aan Mark Davis. “Mark kon ontzettend goed uitleggen, had als mens een prachtige en warme combinatie van bescheidenheid, zelfvertrouwen en er staan als het nodig was. Hij was een groot voorbeeld voor me, je mag hem mijn icoon noemen.”
We schrijven het jaar 1994 waarin Michel aan het Imperial College aan zijn promotieonderzoek begint, dat tot 1998 zou duren. Zijn aangeboren nieuwsgierigheid en brede interesse leidde ertoe dat hij ook hier veel extra vakken volgt. Hij vermijdt daarbij in eerste instantie vakken over toepassingen in het financiële domein tot hij merkt dat Albert Shiryaev, op dat moment één van de grootste Russische kansrekenaars, zich daar juist steeds meer mee bezig houdt; zijn interesse wordt dan alsnog gewekt. Zijn proefschrift is klaar in 1998: ‘Rapid Detection & Estimation of Abrupt Changes by Nonlinear Filtering’, en gaat over statistische technieken om te testen wanneer veranderingen in signalen significant zijn, en niet enkel aan meetruis toe te schrijven. Voer voor de liefhebber.
Het gebeurt in Twente
Vlak voor de afronding van zijn promotie in London wordt Michel gebeld door de begeleider van zijn Master thesis uit Twente, professor dr. A. Bagchi met de vraag of hij aan de Universiteit van Twente een nieuwe Masteropleiding Financial Engineering zou willen helpen ontwikkelen en uitrollen. Retour naar Twente, waar zijn wetenschappelijke carrière begon, terug naar een aantal oud-studiegenoten en professoren die hem begeleid hadden? Hij neemt de uitdaging na ampele overweging aan en begint eenmaal terug in Enschede vol energie en enthousiasme met pionieren en het opzetten van de nieuwe studierichting. Het blijkt een schot in de roos, want de nieuwe opleiding wordt een succes, groeit en bloeit. Michel krijgt tijdens het opbouwen van de nieuwe studierichting veel te maken met de diverse geledingen in het bestuurlijke universitaire apparaat, op allerlei niveaus: decanen, stafmedewerkers, de afdeling voorlichting, en zo verder. “Ik heb daar veel van opgestoken en profiteer nog dagelijks van de ervaring die ik opgedaan heb met die belangrijke en invloedrijke kant van de universitaire organisatie.” Michel doceerde zelf ook en had al snel ook een nevenfunctie in het bedrijfsleven. Een dag in de week was hij als directeur onderzoek van de Derivatives Technology Foundation gedetacheerd bij een optiehandelaar in Amsterdam, als wetenschapper met de laarzen in de klei van de aandelenmarkten. Er gaat een nieuwe wereld voor hem open, hij leert heel veel en gaat algoritmen ontwerpen in deze snelle en enerverende bedrijfstak. Hij vormt tevens een belangrijk bruggenhoofd voor studenten van de faculteit, die zo ook het bedrijfsleven kunnen leren kennen.
Hoogleraar in Amsterdam
Toen in 2009 duidelijk werd dat Antoon Pelsser, professor Actuarial Science, de UvA zou verlaten en met zijn gezin naar Maastricht vertrok, ontstond er een voor Michel interessante vacature. Zijn interesse voor het actuariële domein, en vooral de maatschappelijk component daarin, leidde ertoe dat hij solliciteerde naar dit prestigieuze ambt. Hij vond dat echter best spannend, want hij had -bescheiden als hij is- naast het nodige en terechte zelfvertrouwen ook wel twijfel: gaat me dat wel lukken? Hij overtuigde de benoemingsadviescommissie met verve en het college van bestuur van de UvA benoemde Michel tot hoogleraar Actuariële Wetenschappen en Financiële Wiskunde. De logische vervolgstap van Twente naar Amsterdam pakte goed uit. Nu alweer 14 jaar vervult Michel zijn rol als hoogleraar enthousiast en succesvol. Hij ontplooide op diverse terreinen initiatieven en doceert ook nog steeds enkele vakken. Een van zijn wapenfeiten is het in 2021 gestarte Researchcentrum Langlevenrisico (RCLR), een onafhankelijk instituut dat onderzoek doet naar de ontwikkelingen in de overlevingskansen en levensverwachting van de bevolking in binnen- en buitenland. Dat is mede op initiatief van Michel en actuaris en NN CRO Wilbert Ouburg opgericht door de Amsterdam School of Economics van de Universiteit van Amsterdam (ASE) en de verzekeraar Nationale Nederlanden (Group NN). De focus van het onderzoekcentrum ligt op demografische trends, medische ontwikkelingen en lokale sociaaleconomische omstandigheden, maar ook de kwaliteit van onze leefomgeving.
Ook de beleidskant van maatschappelijke problemen vind Michel interessant. Hij was als vice-voorzitter van de Commissie Sterfte Onderzoek jaren lang mede verantwoordelijk voor de modellen waarmee verzekeraars en pensioenfondsen sterfteprojecties maken. En als lid van de Commissie Parameters ontwierp hij samen met anderen de scenariogenerator voor de economische toekomstscenario’s die gebruikt worden bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Investeer in je ambacht en verrijk je scoop
Jonge beginnende actuarissen adviseert Michel om veel tijd en energie te investeren in vakkennis en het actuarieel ambachtelijke. Breng en houd je professionele expertise en technische toolsets op hoog niveau, ze vormen de basis voor je beroepsuitoefening en loopbaan. Oriënteer je ook breder, verrijk je scoop en volg -net als Michel deed in Twente- ook aanpalende interessante bijvakken, ze zullen je verrijken. Naast je vakinhoudelijke expertise en kennis zijn ook je vaardigheden en houding van groot belang. Ga er niet vanuit dat je die van nature al volledig hebt, want je kunt altijd bijleren en daarin groeien. Investeer ook hierin door bijvoorbeeld vaardigheids- en persoonlijkheidstrainingen. Beweeg ook mee met actuele vakmatige en professionele ontwikkelingen, zoals data science, machine learning, artificial intelligence en veranderingen in toezichtskaders. En er zijn boeiende maatschappelijke onderwerpen en uitdagingen waar je aan kunt bijdragen. Michel vindt dat een unique selling point voor actuarissen, denk aan klimaat, vergrijzing, kosten gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid, economische transitie. Er ligt een wereld voor je open, pak je kans!
Toekomst
Michel zit goed op z’n plek en in z’n rol aan de UvA, heeft het er erg naar z’n zin. Er valt nog veel te doen, plannen genoeg. Ook het wonen in Amsterdam aan de Amstelkade bevalt hem uitstekend, “een heerlijke plek en ik zit op 10 fietsminuten van m’n werkadres”. De liefde voor research blijft hem boeien, “wiskunde zie ik toch ook als een vorm van puzzelen maar dan met concrete toepassingen, en het is ongelofelijk dat je met zulk leuk puzzelwerk je brood kunt verdienen”. Voorts geeft de begeleiding van Master- en PhD-studenten (assistenten in opleiding, aio’s) hem veel voldoening. De mogelijkheid om nieuwe generaties te stimuleren bij hun wetenschappelijke onderzoeksprojecten maakt dat hij zijn beroep niet alleen nog steeds bijzonder aantrekkelijk en leuk vindt, maar dat hij zich ook nuttig voelt. Privé is Michel een family man. Hij is (suiker)oom van de 2 kinderen van zijn zus die hij heeft zien groeien van kleuters die in Amsterdam kwamen logeren om LEGO-bouwwerken te maken tot zelfstandige pubers. Hij ziet ze nog steeds vaak want hij heeft een innige band met zijn zus, die hem “waarschijnlijk beter kent dan wie ook”.
Ik verwacht dat Michel nog lang een belangrijke rol in het actuariële domein zal blijven spelen, zeker op het terrein van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, waar de theorie altijd gericht zal zijn op de praktische toepassing. “Want het actuariaat heeft onze samenleving veel te bieden, dat wordt wel eens onderschat.” Dit zal hij zijn studenten en promovendi, die kozen voor een van de mooiste vakgebieden van de wereld, ongetwijfeld keer op keer meegeven.